`Als je twee economen in een kamer stopt’, heeft Churchill eens gezegd, `dan krijg je twee meningen, tenzij één van hen John Maynard Keynes is, in welk geval je drie meningen krijgt.’ Deze economengrap weerspiegelt goed hoe economie bij het grote publiek bekend staat: een wetenschap die zo weinig harde kennis heeft opgeleverd dat het ruimte laat voor een veelheid van meningen. Dat in de media economen hun inzichten als stellige waarheden verkondigen, verbetert dit beeld niet echt: het voedt het vermoeden dat economen zelf zich van de publieke opinie over de economische wetenschap niet erg bewust zijn.
Me Judice
Het discussieforum Me Judice publiceerde deze week de resultaten van een enquête onder economen over de relatie tussen economische groei en milieu. De enquête liet zien dat de ondervraagde economen het inderdaad behoorlijk met elkaar oneens kunnen zijn. De stelling dat het bevorderen van economische groei in praktijk ten koste gaat van het milieu kende veel voorstanders maar ook veel tegenstanders (54 versus 25% van de respondenten). Maar omgekeerd zijn economen het soms ook opvallend met elkaar eens. De stelling dat niet-duurzaam gedrag in Nederland wordt beloond en duurzaam gedrag bemoeilijkt werd breed onderschreven; het aantal voorstanders overtrof hier in ruime mate het aantal tegenstanders: 65 versus 7%. Eerdere enquêtes van Me Judice geven een soortgelijk beeld te zien: hoewel sommige vragen een grote mate van verdeeldheid onder economen aan de dag leggen, zijn er veel zaken waarover een breed gedeelde consensus bestaat.
Chicago Booth School of Business
Me Judice volgt met haar enquêtes het voorbeeld van de Chicago Booth School of Business. Dit instituut ondervraagt een panel van Amerikaanse economen regelmatig over hun opinie ten aanzien van economische vraagstukken. Gordon en Dahl hebben onlangs de enquêtes die zijn afgenomen in de periode tussen september 2011 en oktober 2012 onderzocht. Zij signaleren een meer dan verwachte eensgezindheid onder economen. Dit is vooral bij die onderwerpen die van oudsher op de belangstelling van economen hebben mogen rekenen. Bij de wat jongere onderwerpen waarover de wetenschap nog niet zo veel kennis heeft kunnen opbouwen, is sprake van een grotere verdeeldheid.
Bezuinigingen
Het beeld dat ontstaat na lezing van de Nederlandse en Amerikaanse uitkomsten is dat economen het meer met elkaar eens zijn als hun optredens in de media doen geloven. Maar we moeten niet overdrijven. Juist op een cruciale vraag of in deze tijd wel of niet bezuinigd zou moeten worden om te kunnen voldoen aan de EMU-regel ten aanzien van het overheidstekort, lopen de meningen sterk uiteen. De stelling van Me Judice dat de door het kabinet-Rutte II voorgenomen bezuinigingen en lastenverzwaringen tot een langdurige stagnatie van economische groei zullen leiden ontmoette veel medestanders én veel tegenstanders (41 versus 31%) en relatief veel neutrale stemmen (28%). Bovendien is het aantal ondervraagde personen niet heel erg groot: 62 in het Me Judice panel en 41 in het Chicago Booth School of Business panel. Het is daarmee de vraag of de onderzoeksresultaten representatief zijn voor de opinie van economen in het algemeen.
Pauw en Witteman
Ondanks deze nuanceringen is de conclusie van een brede overeenstemming onder economen leuk. Het zou mooi zijn om dat ook onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Misschien moet Me Judice maar eens met Pauw en Witteman bellen met het voorstel vijf of zes economen uit te nodigen en deze enkel te ondervragen over zaken waarover deze het roerend met elkaar eens zijn. Het zou een saaie aflevering opleveren, maar het beeld van de econoom bij het grote publiek zou voor eens en altijd worden bijgesteld.