Het Baron von Münchhausen effect van overheidsschuld

De rente breekt record na record. In de VS, het Verenigd Koninkrijk en Japan ligt de rente momenteel dichtbij nul procent. Voor de eurozone heeft de ECB onlangs een negatieve rente geïntroduceerd. Desondanks komt economische groei maar heel moeizaam van de grond. Reden voor een groeiende groep economen om te bepleiten de bezuinigingen op overheidsuitgaven die in veel landen plaatsvinden, stop te zetten en de overheidsschuld te verhogen.

Dynamische inefficiëntie
De combinatie van een lage rente en de roep om meer overheidsschuld doet me wel heel sterk denken aan dynamische inefficiëntie, het economische curiosum waarin de wereld op zijn kop wordt gezet. In geval van dynamische inefficiëntie is het mogelijk vandaag meer te gaan consumeren zonder op de consumptie van morgen te moeten inleveren. In geval van dynamische inefficiëntie is niet langer sprake van een afruil, die toch zo kenmerkend is voor de economische wetenschap. In geval van dynamische inefficiëntie is kapitaal zo weinig productief dat een verhoging van de consumptie nu alleen maar goed is voor de consumptie in de toekomst, omdat dit de economie bevrijdt van improductief kapitaal. En hoe moet dit worden bereikt? Met overheidsschuld. In geval van dynamische inefficiëntie is het verstandig nu de belastingen te verlagen en later te verhogen ofwel extra overheidsschuld aan te gaan.

De economie van vandaag
Maar is de economie van vandaag ook als dynamisch inefficiënt te beschouwen? De rente is weliswaar extreem laag, maar dat geldt ook voor de economische groei. En een economie is pas dynamisch inefficiënt als r<g, ofwel als de rente lager is dan de economische groei. Maar er is meer aan de hand. Want de r in de r<g conditie refereert in het algemeen aan het rendement op ‘de kapitaalmarkt’. Hiervoor kan de rente op solide obligaties worden ingevuld of het rendement op aandelen of letterlijk honderden alternatieven. Maar pas op: wat je kiest is bepalend voor je conclusies. Vul je voor r de rente op solide obligaties in, dan is r kleiner dan g. Vul je voor r het rendement op hoog renderende aandelen in, dan is r (veel) groter dan g.

Thomas Piketty
De lezers van Thomas Piketty’s ‘Capital in the Twenty-First Century’ zullen denken: het was toch omgekeerd, namelijk r>g ? Piketty poneert juist dat het kapitaalrendement hoger is dan de economische groei. Piketty spreekt zelfs over de fundamentele ongelijkheid in de economie. Over de implicaties daarvan zal ik het nu niet hebben. Wel relevant is dat Piketty twee soorten data aanvoert om r>g te onderbouwen: gegevens over kapitaalrendement en economische groei voor Frankrijk in de periode 1820-1913 en schattingen van rendement en groei vanaf het jaar 0 tot 2100. In beide gevallen concludeert hij dat r>g opgeld deed voor de gehele analyseperiode: de economie is niet dynamisch inefficiënt. En daarmee is hij niet de eerste. Al in 1982 concludeerden Andrew Abel, Gregory Mankiw, Lawrence Summers en Richard Zeckhauser dat in veel landen (de VS, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Canada en Japan) geen sprake is van dynamische inefficiëntie.

Wondermiddel
We kunnen dit onderzoeksresultaat natuurlijk terzijde schuiven door te stellen dat de economie structureel is veranderd en de regelmatigheden van vroeger tegenwoordig niet meer opgaan. Maar misschien heeft Piketty gewoon gelijk en is de economie inderdaad niet dynamisch inefficiënt. Dat betekent dat overheidsschuld niet te beschouwen is als een wondermiddel à la Baron von Münchhausen  en dat in geval van een vergroting van overheidsschuld wel degelijk op toekomstige consumptie moet worden bezuinigd. Dit is nog geen argument tegen verhoging van overheidsschuld. Het is wel een argument om het curiosum van dynamische inefficiëntie op te bergen waar curiosa thuishoren: het rariteitenkabinet.

Economen kunnen niet rekenen, Amsterdam University Press, mei 2014.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *