Het belang van goede geneesmiddelen kan moeilijk worden overschat. Geneesmiddelen kunnen het verschil maken tussen leven en dood. Of tussen een leven zonder pijn of één met chronische pijn. Bovendien maken geneesmiddelen soms andere ingrepen overbodig zodat daarop kan worden bespaard.
Vrije markt
In een vrije markt zonder verzekeringen zouden de prijzen van geneesmiddelen hoog zijn. Daardoor zou het aanbod goed aansluiten bij de vraag; een toonbeeld van marktwerking. Het resultaat zou echter niet op alle fronten aantrekkelijk zijn. Grote groepen mensen zouden door te hoge prijzen van gebruik van geneesmiddelen worden uitgesloten. Gelukkig echter hebben we ziektekostenverzekeringen. Zodat betaalbaarheid en toegankelijkheid geregeld zijn.
Oneigenlijk gebruik
Toch is ook dit plaatje te rooskleurig. In de zorgverzekeringsmarkt speelt bijvoorbeeld het probleem van adverse selectie. En dat van moral hazard ofwel oneigenlijk gebruik (een fraaiere term dan de letterlijke vertaling van moral hazard). De verzekering tegen hoge uitgaven maakt dat patiënten hun beslissingen kunnen nemen zonder de financiële consequenties ervan in hun beslissingen mee te wegen. Hoewel dit het mogelijk maakt dat medische beslissingen op puur medische gronden worden genomen, heeft dit als grote nadeel dat de prijzen van geneesmiddelen ongelimiteerd kunnen worden verhoogd. Aanbod en vraag kunnen nog steeds samenvallen, maar wel met hoge ziektekostenverzekeringspremies tot gevolg.
Verlaging geneesmiddelenprijzen
Dit beeld maakt het wenselijk beleid te ontwikkelen dat zich op verlaging van geneesmiddelenprijzen richt. Dat kan door de vraag naar dure geneesmiddelen te verlagen door i) vervanging door goedkopere varianten ii) de desbetreffende geneesmiddelen uit te sluiten van verzekeringspakketten en iii) patiënten (of artsen en ziekenhuizen) een fractie van de uitgaven zelf te laten bepalen.
Recent onderzoek
Fine tuning lijkt daarbij noodzakelijk. Neem bijvoorbeeld het beleid van bijbetalingen. Te hoge bijbetalingen gaan te zeer ten koste van de toegankelijkheid; te lage bijbetalingen daarentegen zijn onvoldoende effectief om prijzen substantieel te verlagen. In dat kader is recent onderzoek van Einav, Finkelstein en Polyakova interessant. Zij laten zien dat private zorgverzekeraars in de VS hun beleid ten aanzien van bijbetalingen afstemmen op specifieke kenmerken van geneesmiddelen. Deze verzekeraars kiezen voor hoge bijbetalingen wanneer dure geneesmiddelen relatief gemakkelijk vervangen kunnen worden door andere varianten; ze kiezen voor lage bijbetalingen wanneer substitutie onmogelijk of moeilijk is. Daartegenover staat dat publieke zorgverzekeraars in OESO-landen bij hun bijbetalingsbeleid nauwelijks differentiëren tussen verschillende (groepen) geneesmiddelen; bij hen is eerder uniformiteit de norm.
Vragen
Dit onderzoek is innovatief en interessant. Centraal staat daarbij de vraag of we bij beleid ten aanzien van bijbetalingen in de zorg meer moeten varen op de markt (private zorgverzekeraars) in plaats van het collectief (overheid, publieke zorgverzekeraars)? En dat roept meer vragen op. Zouden we in Nederland private zorgverzekeraars meer ruimte moeten geven? Zou dit niet alleen moeten gelden bij beleid ten aanzien van bijbetalingen, maar ook bij toelating van geneesmiddelen tot verzekeringspakketten en bij financiering van apothekers, artsen en ziekenhuizen? Of zijn Nederlandse zorgverzekeraars te klein om tegen grote geneesmiddelenconcerns een vuist te kunnen maken? Is internationalisatie dan noodzakelijk om de vereiste countervailing power tegenover multinationale pharmacieconcerns te kunnen ontwikkelen? Of is zelfs dat een illusie? Zijn pharmacieconcerns oppermachtig, want, als het erop aankomt, too big to fail? Vragen, vragen. Tijd voor een pijnstiller.
Voor wie geen blog wil missen, like mijn facebook pagina Rekenen Aan Vergrijzing!