Het belang van transparante pensioenen

Waar gaat op dit moment de pensioendiscussie in Nederland over? Even brainstormen geeft me drie antwoorden: de discontovoet, de doorsneesystematiek en de keuzevrijheid. De laatste valt nog uiteen in de vrijheid om al dan niet te participeren in een pensioenregeling en de vrijheid om naar eigen inzicht een pensioenfonds te kiezen. Wat mij betreft mag daar nog de keuzevrijheid van beleggingsstrategie aan worden toegevoegd. Hebben we dan alles? Ongetwijfeld niet, maar we hebben wel drie key issues te pakken.

Discontovoet
Dat de discontovoet een punt is van discussie, is ronduit vreemd. Het gaat om de techniek van het waarderen van toekomstige onzekere kasstromen. Dat is iets wat je aan techneuten wil overlaten. Maar in Nederland houdt iedereen er zich mee bezig, techneut of niet. En daarbij lijkt het niet over techniek te gaan, maar over de vraag welke methode goed uitpakt voor bepaalde generaties. Wat zou ik graag zien dat de toezichthouder techneuten inhuurt om dit probleem op te lossen en daarna de sector als een rijdende rechter mededeelt dat “u het daarmee zult moeten doen”.

Doorsneesystematiek
De doorsneesystematiek is een ander verhaal. Dit betreft in wezen de keuze tussen collectief en privaat. In een collectieve regeling zijn premie en opbouw uniform en heb je het probleem van de doorsneesystematiek. De reden is dat juridische uniformiteit niet hetzelfde is als economische uniformiteit. Juristen houden geen rekening met de tijdwaarde van geld, iets waar economen juist dol op zijn. En dat heeft weer alles te maken met de rente. Die rente die zo laag is vanwege de economische crisis. Maar als rente en economische groei de komende decennia op hun huidige lage niveaus blijven, is het verschil tussen juridische en economische uniformiteit peanuts en is die hele doorsneesystematiek een non-issue. Als..

Participatie
Dan de participatie in pensioenregelingen. Deze zou je vrij kunnen laten. Breng mensen by default onder in een pensioenregeling en laat ze vrij om er weer uit te stappen. Economisch onderzoek geeft aan dat 95 procent of iets in die buurt gelukkig zal zijn met het fonds. De overige 5  procent is of voldoende onderlegd om zelf iets te regelen of voldoende avontuurlijk ingesteld om zijn of haar geluk op financiële markten te beproeven.

Beleggingsstrategie
Wat betreft de beleggingsstrategie kun je ook aan keuzevrijheid denken. Pensioenfondsen zouden verschillende regelingen kunnen aanbieden die verschillen qua beleggingsstrategie. Geen onbeperkte keuze, daar zit geen mens op te wachten. Nee, de keuze uit drie strategieën of zo: laag, middelmatig en hoog risicoprofiel. Ook hier zou je met een default kunnen werken, zodat het gros van de deelnemers voor dezelfde strategie kiest.

Collective defined contribution
Dit idee heb ik vorig jaar uitgewerkt voor de casus van individuele beschikbare-premieregelingen ofwel individual defined contribution regelingen. In het januarinummer van Pensioen Magazine dit jaar heb ik hetzelfde idee uitgewerkt voor collective defined contribution regelingen. Gemeenschappelijk element is de transparantie van de regelingen. Deelnemers weten vooraf wat ze kunnen verwachten: hoe hoog het pensioen gemiddeld zal zijn en met hoeveel kans ze een hoeveel lagere uitkomst kunnen verwachten. De toezichthouder ziet erop toe dat de informatie van het pensioenfonds correct is.

Transparantie
Door de collectieve regeling net zo transparant te maken als de individuele regeling, verdwijnt een belangrijk bezwaar tegen collectieve regelingen. Zodat mensen beter af zijn bij de collectieve regeling omdat deze risico’s deelt tussen generaties. Is dat ook een idee voor de pensioenfondsen in Nederland? Meer transparantie over rendement en risicokarakteristieken van hun mooie financiële product?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *