Kapitaaldekking versus omslag

Daar is-ie weer, terug van weggeweest: de discussie over (het teveel aan) besparingen in Nederland. Het was Martin ten Cate die in het FD van 19 maart jl. een lans brak voor afschaffing van het kapitaaldekkingsstelsel bij de aanvullende pensioenen. Hierdoor zou het Nederlandse nationale overschot aan besparingen flink kleiner kunnen worden gemaakt. Het Nederlandse spaaroverschot met het buitenland, zo stelt Ten Cate, leidt immers tot onderbesteding en derhalve tot werkloosheid. Daarnaast wijst Ten Cate terecht op twee aanvullende problemen. Eén is dat tegenover elk spaaroverschot een spaartekort staat; langdurige spaartekorten kunnen een land lelijk opbreken bij een financiële crisis. Twee is dat grote spaaroverschotten strijdig zijn met gemaakte afspraken op EU-niveau.

Drie problemen
Door de aanvullende pensioenen niet langer op basis van kapitaaldekking, maar op basis van omslag te financieren, kunnen de pensioenbesparingen en het Nederlandse nationale spaaroverschot naar beneden worden gebracht. Gezien de enorme hoeveelheid besparingen die Nederlandse pensioenen genereren zou het effect op het spaaroverschot fors kunnen zijn. Bovendien zouden op deze manier drie problemen tegelijk kunnen worden aangepakt: onderbesteding en werkloosheid, internationale onevenwichtigheden en consistentie met EU-beleid.

Besparingen en investeringen
Bij de analyse van het nationale spaaroverschot valt echter wel een kanttekening te plaatsen. Het spaaroverschot is gedefinieerd als besparingen minus binnenlandse investeringen. Een spaaroverschot kan dus net zozeer een tekort aan investeringen als een teveel aan besparingen als oorzaak hebben. Bovendien is een spaaroverschot op zichzelf niet direct een probleem (behalve dat het strijdig is met EU-beleid), zij het dat het wel een aanwijzing kan zijn dat er zaken in de economie zijn scheefgegroeid (zie hiervoor ook de CPB studie van verleden jaar).

Reikwijdte van kapitaaldekking
Verder passen bij het voorstel het stelsel van kapitaaldekking bij pensioenen af te schaffen twee opmerkingen. De eerste betreft de reikwijdte van kapitaaldekking. De aanvullende pensioenen worden in Nederland enkel in principe op basis van kapitaaldekking gefinancierd. Is sprake van dekkingstekorten, dan wordt een deel van de pensioenpremies noodgedwongen gebruikt om de pensioenen van de ouderen te financieren. Dit is inmiddels al een groot aantal jaren praktijk.

Verzekering
De tweede opmerking is dat overgang op een omslagstelsel weliswaar bijdraagt aan lagere besparingen, maar ook minder gunstige bijeffecten heeft. Allereerst hebben premies die betaald worden onder een omslagstelsel, meer dan premies onder een stelsel van kapitaaldekking, het karakter van een belasting. Dat belemmert het goede functioneren van de arbeidsmarkt, vooral in die landen met een grote collectieve sector. Daarnaast betekent toepassing van het omslagstelsel voor zowel de eerste als de tweede pijler dat een verzekering tegen lage pensioenrendementen verloren gaat. Deze verzekering heeft te maken met de correlatie tussen demografische en  macro-economische risico’s en is optimaal wanneer er een zekere balans tussen omslag en kapitaaldekking bestaat. Waar precies deze balans ligt, is zonder verder onderzoek niet aan te geven, maar wanneer voor zowel de eerste als de tweede pijler voor omslag wordt gekozen, gaat er zeker een stukje verzekering verloren.

Timing
Opvallend is de timing van het voorstel. De regering heeft medio vorig jaar besloten in het kader van de hervorming van het pensioenstelsel de doorsneesystematiek af te schaffen. Dit zal de intergenerationele overdrachten van jong naar oud beperken. Afschaffing van het stelsel van kapitaaldekking zou juist de intergenerationele overdrachten vergroten, in dit geval van werkend naar gepensioneerd.

Voor wie geen blog wil missen, like mijn facebook pagina Rekenen Aan Vergrijzing!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *