Misleidende statistiek

De levensverwachting is de afgelopen decennia spectaculair gestegen. Tussen 1950 en 2012 werden maar liefst elf jaar aan de gemiddelde levensduur toegevoegd. Was de gemiddelde levensduur in 1950 nog 70 jaar, in 2012 was deze geklommen naar 81 jaar. Oorzaken zijn onder andere minder zuigelingensterfte en lagere sterfte op latere leeftijden vanwege een betere behandeling van hart- en vaatziekten.

Verdere stijging
Voor de komende decennia verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nog een verdere stijging: tot ruim 88 jaar in 2060. Dat is behoorlijk maar, afgaande op de track record van het CBS, wellicht nog een onderschatting: in elke prognose die het CBS de afgelopen acht jaar deed, werd de prognose van de groei van de levensverwachting naar boven bijgesteld. Bovendien, zo heeft Joop de Beer van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut onlangs laten zien, weerspiegelen de prognoses van het CBS het idee van een biologische limiet: een absoluut maximum aan de leeftijd die de mens kan bereiken. De historische ontwikkelingen zijn in strijd met dit idee. Wanneer de lijn van de afgelopen dertig jaar zich continueert, dan zal de laatste prognose van het CBS wederom een onderschatting blijken.

Vreemd
Er is iets vreemds met het begrip levensverwachting. Bij de berekening ervan wordt uitgegaan van huidige sterftecijfers. Of de Nederlander die nu wordt geboren de leeftijd van 100 jaar bereikt, is volgens de gebruikte methodiek afhankelijk van de sterftekans voor 99-jarigen zoals die nu wordt waargenomen. Maar huidige sterftecijfers zijn natuurlijk niet relevant. Of de genoemde Nederlander de leeftijd van 100 jaar bereikt, is afhankelijk van de sterftekans voor 99-jarigen in 2112. Hoe groot deze is, is onbekend, maar afgaande op de beschikbare prognoses (flink) lager dan dezelfde sterftekans in 2012.

Verwachte sterftekansen
Wat geldt voor 99 jaar geldt ook voor andere leeftijden. De levensverwachting is dus eigenlijk flink hoger dan de 79 jaar voor mannen en de 83 jaar voor vrouwen die op basis van de gangbare methodiek zijn berekend. Een berekening op basis van verwachte sterftekansen komt uit op een levensverwachting van 92 jaar voor mannen en van 93 jaar voor vrouwen (!).

Aanname
Een technische noot is dat ik voor deze berekening de daling van sterftekansen zoals door het CBS voorzien tot 2060, doortrek naar latere jaren. Zouden we aannemen dat de dalende lijn in 2060 abrupt tot stilstand komt, dan is de stijging van de levensverwachting minder groot. Een dergelijke aanname is echter onlogisch.

Gangbare methodiek
De gangbare methodiek om levensverwachting te berekenen heeft belangrijke voordelen. De methodiek is internationaal aanvaard; dat maakt een vergelijking tussen landen mogelijk. Bovendien is ze niet gebaseerd op toekomstverwachtingen die inherent onzeker zijn. Daar staat tegenover dat de uitkomsten die het oplevert niet consistent zijn met de beschikbare prognoses van sterfte. Wanneer cijfers over levensverwachting en verwachte sterfte bovendien in dezelfde publicatie worden gepresenteerd, is het gevaar van misleiding levensgroot.

Verrassing?
Dat de gemiddelde levensverwachting nu al ruim 90 jaar is, komt voor mij als een verrassing. Een aangename verrassing: wie wil er niet zoveel langer leven? En een uitdaging wellicht: de financiële problemen van pensioenfondsen en overheid worden hierdoor nog groter. Maar eerlijk gezegd denk ik van niet: ik vermoed dat fondsen en overheid bovenstaande berekening al veel eerder hebben gemaakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *