Over (slanke) modellen

 

Het model. Het speeltje van economen, het knuffeldier waar ze een leven lang verliefd op blijven. Het instrument dat van economie een wetenschap heeft gemaakt. Maar ook dankbaar mikpunt van kritiek voor diegenen die menen dat economen naast de werkelijkheid staan. Diegenen die een model zien als een nabootsing van de realiteit in plaats van een gestileerde weergave ervan.

Gek op modellen
Ik moet toegeven: ik ben gek op modellen. Vanwege hun schoonheid en elegantie. En omdat ze helpen uit die enorme brij van relevante elementen dat ene cruciale element te selecteren. En me zo een stap verder kunnen brengen in mijn denkproces.

Slanke modellen
Niet alle modellen zijn eender. Het ene model is fraaier dan het andere. Mijn favoriet zijn de slanke modellen. Met twee vergelijkingen bijvoorbeeld. Daar kun je een mooi grafiekje van maken om je punt over het voetlicht te brengen. Of, nog beter, met één enkele vergelijking. Slanker bestaat niet. Eenvoudiger wel; slanke modellen zijn veelal lastiger dan dikke modellen. Maar daarover een andere keer.

Het levenscyclusmodel
Vorige week werkte ik aan het levenscyclusmodel. Om te bepalen wat het zou betekenen als onze levensverwachting zou verdubbelen, van 80 naar 160 jaar. Een extreem scenario, het is waar. Maar het scenario van een significante levensverlenging wordt door sommige wetenschappers uiterst serieus genomen. Wanneer nieuwe medische technologie het mogelijk maakt de veroudering van het menselijk lichaam aanzienlijk te vertragen, krijgen we er niet een jaar, maar vele jaren bij. Als ziektes ook met die veroudering samenhangen, zijn de extra jaren ook nog eens jaren in goede gezondheid.

Consumptie- en spaargedrag
Mijn vraag was wat dit betekent voor je consumptie- en spaargedrag. Ook al worden we ooit gemiddeld 160, ik zie nog niet gebeuren dat we dan twee maal zo lang naar school zullen gaan. Ook zie ik niet gebeuren dat we 45 jaar langer zullen blijven werken. Natuurlijk zijn deze zaken uiterst lastig te bepalen. Bij een levensverwachting van 160 jaar kijken we mogelijk heel anders tegen het leven aan en zullen we mogelijk ook de school- en werkfase van het leven heel anders invullen. Toch durf ik erom te wedden dat school- en werkfase relatief weinig zullen veranderen zodat de extra levensjaren vooral ten goede komen aan de pensioenfase van het leven.

Spaarquote
Wat betekent dat voor ons sparen? Met een gestileerde versie van het levenscyclusmodel bereken ik dat de spaarquote omhoog zal gaan van 25 procent naar maar liefst 70 procent. Laat het gerust even op u inwerken. Bij de huidige levensverwachting moeten we van elke euro 25 cent sparen om ook na ons 65e levensjaar hetzelfde te kunnen blijven consumeren; bij een levensverwachting van 160 jaar gaat het om 70 eurocent. Bij een andere invulling van de berekeningen horen andere uitkomsten en de uitkomsten mogen onder geen beding letterlijk worden genomen. Maar de boodschap is duidelijk en zal verfijningen van de berekeningen weerstaan.

Modellen
Het model is erg scherp in zijn oordeel, maar ook erg duidelijk. En waardevol, mits op de juiste wijze geïnterpreteerd. Modellen, ik kan niet zonder jullie!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *