De budgettaire gevolgen van de vergrijzing in Nederland zijn in grote kringen bekend (met dank aan onder meer de studies 1, 2, 3 en 4 van het Centraal Planbureau). Zonder budgettaire ingrepen doet vergrijzing de overheidsfinanciën ontsporen en om dit te voorkomen, kan het overheidssaldo onmiddellijk worden verbeterd, via belastingverhoging of een bezuiniging op overheidsuitgaven. Vanuit een oogpunt van economische efficiëntie zou de aanpassing zodanig moeten zijn dat er na de aanpassing geen verdere aanpassing meer nodig is. Er is dan sprake van stabilisatie van belastingtarieven – tax smoothing (bij belastingverhoging) of stabilisatie van uitgavenquotes – expenditure smoothing (bij een bezuiniging op overheidsuitgaven). Het beleidsdevies leidt tot overschotten op de primaire balans van de overheidsrekening waarmee op termijn de kosten van de vergrijzing kunnen worden opgevangen.
Oploop overheidsschulden
Inmiddels is de wereld echter veranderd. Als gevolg van de wereldwijde financiële en schuldencrisis is de overheidsschuld in veel landen opgelopen. In NL tot 66% van het BBP en in de EU, de VS en Japan tot 83%, 73% en 208% van het BBP respectievelijk. Gevaarlijk dicht in de buurt van 90% BBP, de grens boven welke een land economische groei moet inleveren. Om precies te zijn, 1,2%-punt groei volgens Carmen Reinhart, Vincent Reinhart en Kenneth Rogoff, de ontdekkers van dit verband tussen schuld en groei. Laten we eens aannemen dat dit zo is: dat een verhoging van overheidsschuld een vermindering van economische groei teweegbrengt. Is een beleid van tax smoothing of expenditure smoothing dan nog steeds optimaal?
Versnelde afbouw overheidsschuld
Het antwoord is nee. De verlaging van de economische groei zet een straf op een verdere vergroting van overheidsschuld. Positief geformuleerd, beloont het effect tussen schuld en groei een versnelde afbouw van overheidsschuld. Optimaal beleid is dan ook niet tax smoothing of expenditure smoothing, maar tax frontloading of expenditure backloading. Dat houdt in een forse tariefverhoging nu, gevolgd door een geleidelijke verlaging van het tarief in latere jaren (bij belastingverhoging) of een forse bezuiniging nu, gevolgd door een geleidelijke oploop van uitgaven in latere jaren (bij een bezuiniging op overheidsuitgaven).
Stabiliteits- en Groeipact
Om een dergelijke forse belastingverhoging of bezuiniging te voorkomen, kan de overheidsschuld maar beter ver van de grens van 90% BBP worden gehouden. De 60% BBP grens van het Stabiliteits- en Groeipact is zo gek nog niet.