Verborgen overheidsschuld

De economische crisis die zich in 2008 aandiende, krijgt steeds meer een permanent karakter.[1]De woning- en arbeidsmarkt tonen geen herstel, de indicatoren van consumenten- en producentenvertrouwen staan diep in het rood en op Nederlandse obligatieleningen moeten stijgende risicopremies worden betaald. Ook in de cijfers van de overheidsschuld is de crisis zichtbaar. Teruglopende belastingopbrengsten en oplopende uitgaven hebben de overheidsschuld doen toenemen van 45 procent van het BBP in 2007 tot 70 procent van het BBP in 2012.

Crisisbestrijding
De overheid maakt zich sterk om de crisis te bestrijden. Het is de vraag is of de mogelijkheden tot sturing van de economie niet worden overschat. Een economie wordt gedreven door technologie, psychologie en financiën, en alleen op dat laatste heeft overheidsbeleid een beetje vat. Crises zijn inherent aan kapitalistische economieën. Ze kunnen zelfs erg nuttig zijn: een tijd van bezinning kan een voorwaarde zijn voor latere uitbundige economische groei.

Schuldaccumulatie
In de discussie over de crisisbestrijding staat de schuldpolitiek van de overheid centraal. Voorstanders van een beleid van hogere overheidstekorten (hogere overheidsuitgaven of lagere belastingen) wijzen op het vraagstimulerende effect ervan. Het aloude Keynesiaanse idee van crisisbestrijding impliceert een stijging van overheidsschuld, een stijging die in jaren dat het economisch weer wat beter gaat, ongedaan moet worden gemaakt. Tegenstanders van een dergelijk beleid wijzen erop dat ongebreidelde schuldaccumulatie in het verleden juist een van de oorzaken van de huidige economische crisis is. Door overheidsschuld terug te dringen, kan het consumenten- en producentenvertrouwen worden hersteld en wordt de vraag naar goederen en diensten gestimuleerd. Bezuinigen heeft dus twee effecten op de economie. Het is moeilijk vooraf te zeggen welke van de twee het grootst is. Zelfs wanneer bezuinigingen per saldo slecht uitpakken voor de economie, is het echter overdreven te stellen dat bezuinigingen de economie ‘kapot’ maken.

Impliciete schuld
Hoe belangrijk ook, de uitstaande overheidsschuld betreft maar een deel van de totale overheidsschuld. De toename van de levensverwachting zal de uitgaven van de overheid aan pensioenen en gezondheidszorg doen toenemen. De belastingopbrengsten kunnen deze stijging niet bijhouden, zeker niet wanneer de beroepsbevolking door teruglopende kindertallen minder hard groeit. Zonder verdere beleidsaanpassingen creëert vergrijzing dan ook een verborgen of impliciete schuld. Deze impliciete schuld staat nergens in de boeken, maar is daarom niet minder reëel.

Berekeningen
Er zijn verschillende berekeningen van de impliciete overheidsschuld. De Europese Commissie berekende in 2009 dat deze in Nederland 3 maal zo groot is als de expliciete schuld. Het Centraal Planbureau becijferde in 2010 een verhoudingsfactor van 6,5 en een eigen berekening op basis van huidige cijfers komt uit op een factor kleiner dan 3. Hoewel de getallen sterk uiteenlopen, wijzen ze allemaal op een forse impliciete overheidsschuld. Los van de economische crisis zal de overheid hervormingen moeten doorvoeren om de verborgen overheidsschuld vanwege een vergrijzende bevolking in goede banen te leiden.


[1] Met dank aan Lizzy de Wilde voor commentaar op een eerdere versie van deze blog.

 

2 gedachten over “Verborgen overheidsschuld”

  1. Ik begrijp dat je wil bezuinigen op bepaalde uitgaven om aan andere zaken meer te kunnen uitgeven. Dat verandert de overheidsschuld niet. Als je dit slim aanpakt, kan het positieve effecten genereren. Bezuinigen op consumptieve uitgaven van de overheid bijvoorbeeld om meer te kunnen investeren in onderwijs is goed voor het groeivermogen van de Nederlandse economie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *