180 graden: zoveel is het debat over de opwarming van de aarde gekanteld. De twijfels die het debat tot voor kort beheersten, hebben plaats gemaakt voor consensus. Consensus dat de aarde in ijltempo opwarmt, dat dit te wijten is aan een sterk gestegen uitstoot van broeikasgassen en dat menselijk handelen hierin een cruciale rol speelt. Alleen over de gevolgen van deze opwarming bestaat nog steeds veel onzekerheid.
Gletsjers
Niet meer dan logisch dus dat wordt nagedacht over beleid om de opwarming van de aarde tegen te gaan. In praktijk komt dat neer op een reductie van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2. De gletsjers op de Noordpool spelen hierbij een cruciale rol. Waarom? Omdat in de permafrost van deze gletsjers grote hoeveelheden methaan (een ander broeikasgas) zijn opgeslagen. Wordt de CO2 uitstoot niet voldoende omlaag gebracht, dan kan de resulterende temperatuurverhoging de gletsjers dusdanig doen smelten dat deze methaan vrijkomt en de opwarming van de aarde in een versnelling duwt. Het zijn de gletsjers die maken dat klimaatbeleid niet zozeer het karakter heeft van ietsje meer of minder, maar van nu of nooit.
Parijs
Op dit moment zijn regeringsleiders van de hele wereld bij elkaar in Parijs om maatregelen te bespreken om opwarming van de aarde tegen te gaan. Of ze daarin zullen slagen, is nog niet te overzien. Eerdere klimaatconferenties stemmen wat dat betreft niet hoopvol. Terzijde, klimaatconferenties zijn een prachtig voorbeeld om het free rider principe uit de economische wetenschap te illustreren. Grappig dat je met een notie van een paar regels de resultaten van zoveel internationale onderhandelingen kunt voorspellen. Maar ik dwaal af.
Stel
Stel nu eens dat het niet lukt, dat er in Parijs geen succes wordt geboekt. Stel eens dat de regeringsleiders het niet eens worden, of het wel eens worden op grote lijnen, maar niet over de uitwerking, of het wel eens worden over zowel grote lijnen als de uitwerking, maar desondanks om wat voor reden dan ook hun beloften in de toekomst niet nakomen. Wat staat overheden in landen als Nederland dan te doen?
Kosten
Economisch gezien is dit een beslissingsprobleem onder onzekerheid. Het is immers mogelijk dat de klimaatverandering minder voeten in de aarde zal hebben dan nu gedacht, maar ook een drastische klimaatverandering is een mogelijkheid. Stijging van de zeespiegel, toename van droogte- en hitteperioden, extreme neerslag, overstromingen, bosbranden, verspreiding van infectieziekten. Dat betekent hoge kosten voor een overheid die de gevolgen hiervan voor de samenleving wil beperken. Verder brengt een drastische klimaatverandering niet alleen laaggelegen eilanden(-groepen) als de Maldiven en Vanuatu in grote problemen, ook veiliger gebieden kunnen onleefbaar worden. In beide gevallen kan migratie van bevolkingsgroepen het gevolg zijn en in beide gevallen zullen overheden kosten moeten maken om deze migratie in goede banen te leiden.
Budgettaire ruimte
Een overheid kan het principe hanteren: “Wie dan leeft, die dan zorgt”, maar of dat verstandig is, is de vraag. Zoals eerder betoogd in het kader van de vergrijzingsproblematiek, betekenen onzekere toekomstige uitgaven dat een overheid er goed aan doet nu al te beginnen daarvoor budgettaire ruimte te reserveren: verhoging van belastingen of extra bezuinigingen. Des te hoger de belastingtarieven, des te groter de budgettaire opgave. Niet echt een boodschap om blij van te worden nu de economie krampachtige pogingen doet zich aan de crisis te ontworstelen, maar het is niet anders.
Tegeltje
Laat ik echter niet op de zaak vooruitlopen. Het wijze tegeltje zegt: “Voorkomen is beter dan genezen”. Beter nu met elkaar afspreken klimaatverandering te voorkomen dan straks moeten uitvinden hoe het best met deze verandering kan worden omgegaan. Ik wens de onderhandelaars veel succes en wijsheid.