Dogmatische economen

Rethinking Economics, de wereldwijde beweging die een grondige hervorming van het economieonderwijs bepleit, heeft iets bereikt. Steeds meer wordt er gediscussieerd over de aard van het economieonderwijs. We kenden al de boeken van Ha-Joon Chang, kort geleden was er het relletje rondom Boom Bust Boom, en nu weer besteedde het tv-programma Buitenhof aandacht aan de kwestie. Wat is de kwestie? Ik probeer het in één zin samen te vatten: het economieonderwijs is te dogmatisch, want het baseert zich te veel op één bepaalde visie op de economie.

Richtingenstrijd
Eerder heb ik beweerd dat het met dit dogmatische karakter wel meevalt. Als student economie in de jaren tachtig kreeg ik juist steeds te horen over richtingenstrijd, tussen (neo-)klassieken, (neo-)keynesianen, monetaristen, marxisten. En ook tegenwoordig zijn economen het vaak oneens met elkaar. Over het ontstaan van de crisis, over de rol van overheidsschuld bij de bestrijding ervan, over de betekenis van geldpolitiek. Het zijn maar enkele voorbeelden. Over de genoemde richtingenstrijd hoor je juist steeds minder. De verschillende richtingen hebben zich gaandeweg steeds meer verenigd. Als er al van een dominante visie op de werking van economieën sprake is, dan is deze blijkbaar dynamisch van aard.

Methode van wetenschapsbeoefening
Naar mijn idee hebben de aanhangers van het idee van Rethinking Economics wel een punt. Echter, kenmerkend voor het economieonderwijs is niet zozeer een dominante visie, maar eerder een dominante methode van wetenschapsbeoefening. Die methode komt erop neer dat de economie of, beter, dat aspect van de economie dat wordt bestudeerd, gegoten wordt in de vorm van een wiskundig model. Dat model laat allerlei aspecten van de werkelijkheid weg (daarom heet het ook een model). Volgens de Rethinking Economics-adepten zijn dat die zaken die niet goed kwantificeerbaar zijn (voorbeelden die worden genoemd zijn milieu en klimaatverandering). Doordat deze zaken uit de modellen worden weggelaten beperkt het economisch onderzoek zich tot enkel financiële zaken. Het zal dan niet verbazen dat economen steevast tot verkeerde conclusies en beleidsadviezen komen, althans volgens de aanhangers van Rethinking Economics.

Different models for different purposes
Op dit punt slaan de critici de plank echter volkomen mis. Uit modellen worden geen zaken weggelaten die onwelgevallig zijn, maar die op dat punt minder relevant zijn. Wee de onderzoeker die hierin een verkeerde keuze maakt: diens onderzoek wordt niet geaccepteerd voor publicatie en belandt in het gunstigste geval ergens op een zolderkamer. Het is ook niet zo dat klimaatverandering en milieu uit modellen worden geweerd. Er zijn genoeg economische modellen die het milieubeleid bestuderen. Sterker nog, ik kan eigenlijk geen onderwerp bedenken dat niet door economen wordt bestudeerd. Maar dat wil nog niet zeggen dat al die onderwerpen in één en hetzelfde model belanden. Different models for different purposes luidt het adagium en die lijn heeft de economische wetenschap bepaald geen windeieren gebracht.

Mobieltje
Heb ik hiermee de kritiek afgedaan? Waarschijnlijk niet. Te vaak kom ik nog mensen tegen die model en werkelijkheid met elkaar verwarren. Vanuit die optiek vind ik het vrij logisch dat de economie op zijn minst met gefronste wenkbrauwen wordt bekeken. Echter, de oplossing voor dit probleem is niet om de methode van wetenschapsbeoefening in de ban te doen; beter is het om die economische modellen beter te gaan begrijpen. Je gooit toch ook niet je mobieltje in de vuilnisbak wanneer je niet weet hoe je de instellingen moet veranderen?

Bloei
Ik ben blij met de opkomst van Rethinking Economics. Met veel van de ideeën ben ik het niet eens, maar ik juich het toe dat het economieonderwijs kritisch wordt bekeken. Alleen in een kritische omgeving immers kunnen onderwijs en wetenschap tot bloei komen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *