De mooie kant van de doorsneesystematiek

De regering heeft gesproken: Nederlandse pensioenregelingen zullen worden ontdaan van de doorsneesystematiek. Dit als onderdeel van een toekomstbestendig pensioenstelsel waarvan staatssecretaris Jetta Klijnsma de contouren heeft beschreven. Afschaffing van de doorsneesystematiek lijkt logisch. Talloze malen is erop gewezen dat de systematiek oneerlijk is, de arbeidsmarkt belast en de deelnemers aan pensioenregelingen een behoorlijk rendement kost. Zo’n 8 procent, werd uitgerekend in een CPB studie over de systematiek. Tijdens de Nationale Pensioendialoog, opmaat naar de brief van Klijnsma, werd de doorsneesystematiek vaak onrechtvaardig genoemd.

Afschaffing
Men kan een probleem maken van de financiering van de afschaffing van de systematiek. Volgens dezelfde CPB-studie zouden huidige deelnemers, door de systematiek af te schaffen, bij elkaar zo’n 100 miljard euro kunnen mislopen. Dat is geen klein bier. Echter, afschaffing gaat ook een groot bedrag opleveren – de eerder genoemde 8 procent. Deze winst is voldoende groot om de huidige deelnemers te compenseren. Het transitieprobleem is dus in principe oplosbaar.

De arbeidsmarkt
Een ander element blijft echter wat onderbelicht: de arbeidsmarkt. Actuarieel neutrale pensioenregelingen, want die moeten de huidige regelingen met doorsneesystematiek gaan vervangen, maken dat oudere werknemers, dat is tussen zeg 42 en 66 jaar, minder pensioen gaan opbouwen. Deze oudere werknemers moeten evenveel premie betalen als nu, maar krijgen daar minder pensioen voor terug. Voor hen wordt werken dus minder interessant. Een adequate loonsverhoging zou dit kunnen compenseren, maar zou de oudere werknemers niet helpen: werkgevers zouden hen dan eerder de laan uitsturen. Kortom, rechtsom of linksom duwt de afschaffing van de doorsneesystematiek de ouderen van de arbeidsmarkt. En dat komt niet bepaald op een gelegen moment. De bewustwording over de vergrijzing van de bevolking heeft flink terrein gewonnen, de regering heeft besloten de pensioengerechtigde leeftijd stapsgewijs te verhogen en de arbeidsparticipatie van oudere werknemers is de laatste jaren juist flink gestegen.

Jongere werknemers
De keerzijde van het verhaal is dat jongere werknemers meer pensioen zullen gaan opbouwen zodat daar op een vergroting van arbeidsparticipatie mag worden gerekend. Dit zal het verlies aan arbeidsparticipatie van ouderen echter niet kunnen compenseren. Allereerst is er minder ruimte om meer te gaan werken dan om een stap terug te doen. Daarnaast blijkt uit empirische studies dat oudere werknemers bij hun beslissingen omtrent arbeidsaanbod veel gevoeliger zijn voor financiële prikkels dan jongere werknemers.

Belastingopbrengsten
Ook de overheid schiet erbij in. Minder arbeidsparticipatie betekent minder belastingopbrengsten. Dat zou nog te overzien zijn wanneer het ging om een tijdelijk effect. Dat is het echter niet. Minder pensioenopbouw voor oudere werknemers is kenmerkend voor een pensioenregeling zonder doorsneesystematiek. Dat is over vijftig jaar nog steeds het geval.

Free lunch
Het is een bekende economenwijsheid: There is nothing like a free lunch. De afschaffing van de doorsneesystematiek brengt onmiskenbaar voordelen met zich mee. Maar ook nadelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *