Keuzestress: zal ik die blauwe nemen of toch maar die roze? Of misschien die – oh, wat schattig! – blauwroze?

Wat is er leuker dan shoppen? Eindeloos dingen bekijken zonder direct te hoeven kiezen. Pas te kiezen als je zeker weet wat bij je past. En er dan van te genieten. Weinigen zullen dit als keuzestress betitelen en, voor zover ze dat wel doen, als prettige stress. En je zou er niet aan moeten denken dat iemand anders over jouw aankopen beslist.

Rapport
De WRR kwam deze week met een rapport over de redzaamheid van burgers. Veel mensen blijken niet in staat zelf hun zaken rondom financiën, leefstijl en gezondheid te regelen. Mensen stellen zaken uit en nemen verkeerde beslissingen – niet incidenteel, maar structureel. Vooral als mensen ingrijpende gebeurtenissen in hun leven hebben doorgemaakt zoals het verlies van een baan of een echtscheiding. De psychologie draagt daar verklaringen voor aan. Het menselijk brein is imperfect en niet toegerust op de vele vragen die op mensen afkomen. En het speelt in alle lagen van de bevolking – laagopgeleid en hoogopgeleid.

Negatieve keuzestress
De lijst van zaken is breed. Het omvat het invullen van de belastingaangifte en het kiezen van energieleverancier of zorgverzekeraar. Het omvat het sparen – voor wanneer de wasmachine kapot gaat of voor later. Het omvat de regie over het eigen leefstijlgedrag en de eigen gezondheid. Veel mensen ervaren het zelf regelen van dit soort zaken als stressvol. Dat is negatieve keuzestress en dat is een heel andere stress dan die bij het shoppen.

Pensioendiscussie
Het onderzoek van de WRR oogt zeer gedegen. Het is gebaseerd op tientallen gesprekken met deskundigen en op resultaten uit de wetenschappelijke literatuur. Het is relevant ook. Het idee van de participatiesamenleving veronderstelt juist dat mensen wel voldoende zijn uitgerust om hun financiële en niet-financiële zaken te regelen. Toegepast op de pensioendiscussie stelt het rapport dat men erg voorzichtig zou moeten zijn om de keuzevrijheid bij de pensioenen te vergroten. Meer keuzevrijheid bij de pensioenen zou nog meer keuzestress opleveren – de negatieve variant wel te verstaan.

Keuzearchitectuur
Op dit punt lijkt het rapport zichzelf echter tegen te spreken. Het stelt namelijk ook dat de overheid veel keuzestress kan voorkomen door zoals zij het noemt een goede keuzearchitectuur aan te bieden. Denk bijvoorbeeld aan de default optie: wilt u (nog) niet kiezen, dan delen we u in bij de optie gemiddeld. Als je er dan als overheid voor zorgt dat de optie gemiddeld goed aansluit bij wat de meeste mensen willen, dan vermijd je én keuzestress én verkeerde beslissingen. Maar er is meer. Want er zijn mensen die het huidige gebrek aan keuzevrijheid bij pensioenen als knellend ervaren – omdat ze geld nodig hebben voor de studie van hun kinderen, de zorg voor hun ouders of de aflossing van hun hypotheek. Voor hen is niet keuzevrijheid, maar juist het gebrek eraan een bron van stress. En je hebt natuurlijk ook mensen – het is een minderheid, maar toch – die het leuk vinden om alles zelf uit te zoeken. Die bewust de positieve keuzestress willen ervaren en daarna die optie willen kiezen die het beste bij hen past.

Gebrek aan keuzevrijheid
Het WRR-rapport legt terecht de vinger op de zere plek van de keuzestress. Het beperkt zich echter te veel tot de negatieve keuzestress. Gebrek aan keuzevrijheid bij pensioenen impliceert ook stress. Bovendien maakt keuzevrijheid ook positieve keuzestress mogelijk. Stress is niet alleen maar verkeerd en keuzevrijheid bij pensioenen niet alleen maar ellende.

Voor wie geen blog wil missen, klik hier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *