Bondgenoten: overheid en pensioenfondsen

De lange rente is gestegen! Na jaren van dalingen heeft de lange rente ineens de weg naar boven gevonden. In zo’n twee maanden tijd steeg de rente op tienjarige staatsleningen van 1,6 procent tot 2,2 procent. De pensioenfondsen kunnen er blij mee zijn. Een rentestijging doet de contante waarde van verplichtingen dalen en resulteert in een onmiddellijke verbetering van de dekkingsgraad. Daarnaast kan het vermogen van de fondsen sneller groeien en ligt een verdere verbetering van de dekkingsgraad in het verschiet.

Overheidsfinanciën
Zou de overheid net zo blij zijn? Volgens NRC-columnist Maarten Schinkel zeker niet. Hij legde afgelopen zaterdag uit dat een rentestijging slecht is voor de overheidsfinanciën. Een hogere rente verhoogt de rentelasten en maakt het nog lastiger om de begroting onder de 3%-norm te houden. Dat klinkt logisch. Maar is dit het hele verhaal? Misschien is het effect van een rentestijging nog groter. Een stijging van de rente kan de particuliere consumptie en investeringen onder druk zetten en zo tot productieverlies en werkloosheid leiden. Dit maakt de begrotingsperikelen alleen nog maar groter. Of het is juist minder erg. Een stijging van de rente zou kunnen worden geïnterpreteerd als een signaal dat de crisis op zijn einde begint te lopen. Als dat helpt het vertrouwen van consumenten en producenten te herstellen, kunnen consumptie en investeringen juist aantrekken en de begrotingsproblemen verlichten.

Impliciete overheidsschuld
Deze kijk op de effecten van een rentestijging is echter veel te pessimistisch. Vergeten wordt namelijk dat een rentestijging de impliciete overheidsschuld kleiner maakt. De impliciete overheidsschuld is de optelsom van begrotingstekorten die in de toekomst worden verwacht vanwege de vergrijzing van de bevolking. Om de grootte van deze impliciete schuld te kunnen vaststellen, moeten de toekomstige begrotingstekorten naar het heden worden verdisconteerd. Hoe hoger de lange rente, des te sterker de discontering en des te lager de impliciete schuld. Net zoals een rentestijging de verplichtingen van pensioenfondsen kleiner maakt, vermindert een rentestijging de impliciete overheidsschuld.

Omkeerregel
Verder heeft de Staat nog een andere, minstens zo belangrijke reden om een rentestijging te verwelkomen. De Staat is vanwege de omkeerregel – volgens welke pensioenen worden belast en pensioenpremies aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting, de belangrijkste aandeelhouder van de pensioenfondsen. Een stijging van de rente stelt pensioenfondsen in staat de premies te verlagen of de uitkeringen te verhogen (of beide). Welke optie de pensioenfondsen ook kiezen, de belastingopbrengsten zullen erdoor toenemen.

Na de crisis
Volgens de studie van het Centraal Planbureau uit 2006 werkt een rentestijging per saldo goed uit op de overheidsfinanciën. Dat zegt niet al te veel, want die studie werd gedaan in een tijd – het lijkt een eeuwigheid geleden – dat er van een crisis absoluut geen sprake was en het tekort ver van de 3%-norm verwijderd was. Maar ooit zal deze crisis weer over zijn en de CPB-studie weer actueel. Stilletjes hoop ik dat de rente dan flink gestegen is – bijvoorbeeld tot het niveau van voor de crisis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *