Het is zaterdag 23 mei 2020. Trouw geeft een podium aan Bert de Vries die oppert dat Nederland terug zou moeten gaan naar de gulden. Niet helemaal, de euro zou er moeten blijven voor het internationale betalingsverkeer, maar voor binnenlands gebruik zouden we beter af zijn met de gulden. Het voordeel zou zijn dat Nederland de wisselkoers terug krijgt als beleidsinstrument, hoewel De Vries tegelijkertijd stelt vaste koersen met andere valuta’s te willen nastreven. Als ik het goed begrijp wil hij een stelsel invoeren waarin gulden en euro naast elkaar bestaan en waarvan de koersverhouding in principe vast is, maar aanpasbaar indien de economische omstandigheden erom vragen.
De Nederlandsche Bank zal er niet op zitten te wachten. Een tweemuntenstelsel betekent een forse verzwaring van haar takenpakket. En ze komt in een dubbelrol te verkeren: bepaler van het Nederlandse beleid dat de waarde van de gulden bewaakt en uitvoerder van het Europese beleid dat de waarde van de euro bewaakt. Ons bedrijfsleven zal ook niet staan te springen. Verdien je je euro’s met een goede export, blijken die euro’s ineens weinig waard in eigen land omdat de gulden net is gerevalueerd. En wat vinden onze gepensioneerden ervan – de huidige en de toekomstige die nu nog aan het werk zijn? Boeren de pensioenfondsen goed met hun beleggingen wereldwijd, blijken ze toch te moeten korten op de pensioenen omdat het rendement in guldens lager uitvalt dan dat in euro’s en dollars.
Ik ben wat achterdochtig. Ik bespeur eigenbelang. Ik vermoed dat De Vries zijn guldens van toen heeft bewaard, in een kast of zak of kluis. Munten, maar vooral bankbiljetten – zonnebloemen, snippen, vuurtorens. Als die Europese muntunie klapt en de euro niets meer waard is, heeft hij altijd nog zijn guldens. En hoeft hij zich toch geen zorgen te maken over zijn pensioen. Ik vind het volstrekt begrijpelijk dat hij naar de gulden terug wil.