Mijn laptop laat weten dat het vandaag 15 april 2030 is. Ik moet aan de slag om een nieuwe simulatie te draaien, maar dat vlot nog niet zo erg. De zon schijnt uitbundig en dat brengt mijn gedachten bij 2020, het jaar waarin het coronavirus de wereld definitief veranderde. Gedwongen thuiszitten, de wereld op zijn kop. Eenzelfde zon als nu, maar toen maakte dat het thuiszitten soms knap lastig.
De quarantaine waar we aan werden onderworpen heeft als je erover denkt ontzettend veel veranderd. Wie had gedacht dat iets onzichtbaar kleins het hele werk-thuismodel op zijn kop zou zetten? Wie had voorzien dat 10 jaar later het merendeel van het werk vanuit huis plaatsvindt? Dat kantoren inmiddels massaal zijn ingewisseld voor veel kleinere samenkomstplekken? Dat we er toch in zijn geslaagd de klimaatverandering een slag toe te brengen? Ik kijk naar buiten vanuit mijn appartement, hartje Den Haag. Vroeger stonden de auto’s hier bumper aan bumper, nu raast er slechts af en toe een bestelbusje voorbij.
Ach ja, vroeger. Ik keer terug naar mijn bureau. Mijn mobieltje weerkaatst het zonlicht. Ook dat is natuurlijk flink veranderd: de vaste werkplek thuis, afgezonderd van de andere gezinsleden. Tien jaar geleden was het nog flink improviseren toen de crisis ons overviel. Met het hele gezin in één kamer, behalve de kat die zich vanwege een overdaad aan lawaai terugtrok in de voorraadkast. Maar, niet geklaagd, het ging ons redelijk goed af. Maar toen bleek dat thuiszitten niet tot enkele weken beperkt zou blijven, heb ik deze werkplek gecreëerd. En ik niet alleen, natuurlijk. Ik zag vorige week nog een bericht van het Nederlandse Bureau voor de Statistiek (de opvolger van het toenmalige Centraal Bureau voor de Statistiek, red.) dat stelde dat zo’n 45 procent van de Nederlandse gezinnen tegenwoordig over een vaste werkkamer beschikt.
De zon begint te draaien en belicht nu de laptop. Wat de techniek niet allemaal vermag! Vroeger draaide ik 20 simulaties in één keer, met één parameterset. Een paar minuutjes wachten en alle uitkomsten stonden voor me klaar. Tegenwoordig draai ik dezelfde simulaties standaard met 100.000 verschillende parametersets, in evenveel tijd! Ook dankzij corona, natuurlijk. COVID-19 heeft wereldwijd de IT een geweldige boost gegeven.
11:00, zo valt van mijn laptop af te lezen, wordt ik vandaag in de stadsdeelkliniek verwacht voor mijn testen. Ook dat had ik tien jaar geleden niet voorzien, dat we ons tweemaal per week op allerlei virussen moeten laten testen. Maar toen halverwege het jaar, toen de crisis voor een belangrijk deel was bezworen, bleek dat corona nooit geheel zou verdwijnen, toen het ons duidelijk werd dat de virusvijand in andere vorm ook in de toekomst weer zou kunnen toeslaan (het massaal doden van vleermuizen waar sommige landen destijds toe zijn overgegaan, zet natuurlijk weinig zoden aan de dijk), toen was er geen ontkomen meer aan dat testen net zo gewoon zou worden als de gang naar de winkel. Hoewel ik me nog goed weet te herinneren dat Nederland hier aanvankelijk niet voor voelde en pas overstag ging na grote druk van andere landen.
9:24, dat is een mooie tijd om de simulatie op te starten. Y=C+I+G+X+M. Nee, dat is niet juist, natuurlijk: M moet niet worden opgeteld, maar afgetrokken. Sommige dingen veranderen nooit.