De discussie is overbekend. Een belasting op topinkomens brengt relatief veel op. Aantrekkelijk voor een overheid in financiële nood. Maar het kan de veelverdieners doen besluiten de belastingplicht te ontvluchten; door minder te gaan werken, belasting te ontduiken of uit Nederland weg te gaan. De opbrengst van belastingheffing is dan nul. Als overheid weet je niet of een belastingverhoging op topinkomens inderdaad door vluchtgedrag zal worden gevolgd; een beslissingsprobleem onder onzekerheid.
Belastingvlucht
Toch is er wel íets te zeggen. Als je topinkomens dusdanig zwaar belast dat er nog maar weinig zijn, dan weet je zeker dat je tarief te hoog is. Als er niet of nauwelijks vluchtgedrag optreedt, weet je zeker dat je tarief te laag is. Een politiek die belastingopbrengsten maximaliseert gaat gepaard met enige belastingvlucht.
Topinkomens in de VS
29 mei was Emmanuel Saez te gast in Nederland om de CPB Lecture van 2013 te verzorgen. Saez presenteerde een analyse van de ontwikkeling van de topinkomens in de VS. Om het belang van deze analyse aan te geven: de 1 procent hoogste inkomens verdienden in de zeventiger jaren zo’n 10 procent van het nationale inkomen, nu zo’n 20 procent. Dat is fors, maar verklaarbaar volgens de aanhangers van de theory of skill-biased technical change. De tegenwoordige technologische veranderingen komen vooral ten goede aan het hoogopgeleide deel van de bevolking en moeten de inkomensongelijkheid wel vergroten. Saez maakt overtuigend duidelijk dat dit het verhaal niet is: de technologische ontwikkelingen zijn immers internationaal van aard, maar de toename van de inkomensongelijkheid bleef beperkt tot de Angelsaksische landen.
Daling relevante belastingtarief
Saez wijst op een andere ontwikkeling die zich min of meer gelijktijdig voordeed: een daling van het voor topinkomens relevante belastingtarief. Econometrische regressies indiceren dat de relatie tussen de twee causaal van aard is: verlaging van het tarief op topinkomens vergroot het aandeel van deze topinkomens in het nationale inkomen.
Onderhandelingstheorie
Klopt, zullen de aanhangers van supply-side economics zeggen. Belastingverlaging stimuleert economische activiteit en het zijn met name de topinkomens die hiervan weten te profiteren. Maar ook dit is volgens Saez niet het verhaal: hij kan in de data geen statistische relatie tussen economische groei en belastingtariefverlaging ontwaren. Saez propageert daarentegen een onderhandelingstheorie. Topinkomens onderhandelen graag over hun inkomen. Een verhoging van hun deel van de koek betekent noodzakelijkerwijs een verkleining van het deel voor anderen in het bedrijf, ofwel de niet-topinkomens. Hoe lager het belastingtarief, des te meer dergelijke onderhandelingen renderen. Bij een lager belastingtarief op topinkomens mag je dus een grotere inkomenskloof tussen de top en de rest verwachten. Verhoging van dit tarief kan helpen de inkomensverdeling te nivelleren.
Nederland
Geldt de analyse van Saez ook voor Nederland? Dat lijkt niet het geval, volgens onderzoek dat op Nederland is gericht. Belangrijke reden hiervoor is dat de daling van toptarieven gedurende de afgelopen decennia hier niet met een denivellerende inkomensverdeling gepaard ging. Plausibel, gezien de verschillen tussen de VS en Nederland. Maar ook jammer. Inkomensnivellering zonder groeivertraging, wie wil dit nu niet?