De homo economicus laat zich niet bedotten. De fictieve persoon uit de economische wetenschap is wars van illusies. Hij of zij – de homo economicus is om goede redenen altijd geslachtloos gebleven, wikt en weegt bij elke beslissing alle mogelijke alternatieven en kiest zonder uitzondering dat alternatief dat voor hem of haar het beste lijkt uit te pakken. Deze keuze is niet noodzakelijk ook het beste voor de samenleving. Een homo economicus heeft daar echter geen moeite mee. Hij of zij zal graag voor lagere belastingen of een beter lokaal milieu kiezen ook wanneer dat met veel hogere belastingen voor anderen of een veel minder goed milieu elders gepaard gaat.
Waarde bewezen
Het concept homo economicus heeft zijn waarde bewezen. Het helpt de effecten van belastinghervormingen te begrijpen of die van liberalisatie van de wereldhandel. Het helpt ook te begrijpen waarom mogelijke ontwikkelingen in de toekomst nu al effect kunnen sorteren. Dit is zichtbaar bij de regelmatig terugkerende crises op financiële markten. En ook bij beleidshervormingen die nog voordat ze in werking zijn getreden, de economie veranderen.
Geldillusie
Toch is de homo economicus niet meer dan een concept dat wel vaak maar lang niet altijd bruikbaar is. Zoals in het geval van geldillusie. De casussen van een bevriezing van het nominale loon bij een prijsinflatie van 2 procent en die van een 2 procent daling van het nominale loon bij gelijkblijvende prijzen zijn voor een homo economicus lood om oud ijzer. In werkelijkheid pakken de twee casussen echter verschillend uit. De bereidheid een daling van het reële loon te accepteren, blijkt voor menig werknemer groter in geval de nominale lonen daarvoor niet hoeven te worden verlaagd. Dat is ook een van de redenen dat een beetje inflatie als goed wordt gezien: matige inflatie faciliteert economische aanpassingsprocessen die zonder inflatie stroef verlopen.
Schuldillusie
Een andere illusie is wat ik de schuldillusie noem. Deze wordt treffend geïllustreerd door de huidige vete tussen Griekenland en de houders van Griekse obligaties (voornamelijk officiële instanties als overheden en centrale banken). Griekenland wil een forse kwijtschelding van zijn schulden teneinde ruimte te creëren voor de eigen economie. De obligatiehouders willen juist dat Griekenland haar leningen terugbetaalt zoals overeengekomen bij het aangaan ervan. De twee partijen zouden elkaar uiteindelijk kunnen vinden in een verlaging van de couponrente of een schuldverlenging, een verlenging van de termijn waarop de schuld wordt afgelost. De maatregelen zijn vaker in de geschiedenis toegepast en vormden ook onderdeel van de steunverlening aan Griekenland in 2012. De illusie is dat verlaging van de rente of verlenging van de schuld geen waardevermindering van de schuld inhouden. Maar als deze illusie helpt om overeenstemming tussen de partijen te bereiken en een Grexit of Grieks faillissement te voorkomen, een bijzonder nuttige illusie.