De belastingen staan weer op de politieke agenda. Althans, op een voor het publiek zichtbare wijze. Op de achtergrond speelt het dossier al langer. Al een kleine twee jaar geleden adviseerde de Commissie Van Dijkhuizen over een nieuw stelsel voor belastingheffing. En die commissie werd niet voor niets ingesteld. Eraan vooraf ging de constatering dat het belastingstelsel op punten onlogisch was, te complex en niet meer van de tijd. Historisch gezien geen unicum. Telkens volgt na een belastinghervorming een periode van relatieve rust, worden vervolgens wat kleine en later wat grotere correcties aangebracht, blijken nog later vrij forse tekortkomingen en ontstaat daarna zoveel discussie dat een volgende (poging tot) hervorming van het belastingstelsel onafwendbaar is geworden.
Bericht
Juist gisteren kwam het bericht naar buiten dat de contouren van een nieuwe belastinghervorming bekend zijn. Om direct daarna weer te worden ontkracht.
Een logische hervorming
Even daarvoor had ik beredeneerd wat een logische hervorming zou kunnen inhouden. Dat is een verschuiving van belastingen, weg van arbeidsinkomen en inde richting van consumptie. Waarom? Vanwege allereerst de vergrijzing van de bevolking. Een consumptiebelasting wint aan efficiëntie wanneer het werkende deel van de bevolking geleidelijk kleiner wordt. Daarnaast speelt de huidige economie een rol. Er is dringend behoefte aan economische groei en dit kan worden gefaciliteerd door lagere tarieven te hanteren op arbeidsinkomen. Ten derde vanwege de eenvoud van het belastingstelsel. Als een verhoging van consumptiebelastingen de vorm zou aannemen van uniformering van het btw-tarief en afschaffing van de vele vrijstellingen, zou er een significante stap naar vereenvoudiging van het belastingstelsel worden gezet.
Parameterisering
Toch zal deze hervorming er niet komen. Het gefragmenteerde Nederlandse politieke stelsel leent zich niet voor grand designs. Al te forse verschuivingen tussen inkomensgroepen stuiten op politieke barrières. En Europese regelgeving zit in de weg. Daarmee reduceert de volgende belastinghervorming tot wat academici een parameterisering noemen: (een scala van) relatief kleine aanpassingen aan tarieven, grenzen en uitzonderingsbepalingen.
Politieke beraadslagingen
Kortom, een niet al te grootse hervorming waarin de rol van consumptiebelastingen wordt vergroot. Weinig concreet, dus wat hebben we aan een dergelijke wijsheid? Wel, misschien meer dan u denkt. Als we vooraf weten waar we op uit gaan komen, dan kan dat de politieke beraadslagingen aanmerkelijk versnellen. Om 11.00 uur overleg en om 12.00 uur een persconferentie. En dan snel aan de slag met andere zaken. Want hoe (weinig) leuk belastingen ook zijn, er zijn belangrijkere zaken in de wereld.
Hoi Ed,
Kan je eens uitleggen hoe het schuiven van belastingen van arbeid naar consumptie zou kunnen helpen?
Vanuit een keten perspectief kan ik me daar nauwelijks iets bij voorstellen. Als producten en diensten duurder worden door de extra belastingen zal de consumptie toch afnemen? Het netto besteedbaar inkomen neemt toch niet toe als arbeid goedkoper wordt?
MvG – Will Moonen
Macro-economisch gezien heb je gelijk: wat we minder afdragen aan belasting op arbeidsinkomen zijn we extra kwijt aan consumptiebelasting. Maar niet alle consumenten zijn ook werknemers. De belastingschuif van arbeid naar consumptie verlaagt daarom per saldo de belastingen die werkenden moeten afdragen: voor hen is de winst van minder belasting op arbeid groter dan het verlies vanwege een hogere belasting op consumptie. Dit maakt werk aantrekkelijker, omdat je aan elke verdiende euro meer eurocenten overhoudt.
“… Dit maakt werk aantrekkelijker, omdat je aan elke verdiende euro meer eurocenten overhoudt.”
Maar hoezo dan?
De enige manier die ik kan bedenken is dat elke entiteit die een vorm van loon (en daarmee loonbelasting betaald), het belastingen deel als netto loon gaat uitkeren.
Als dat inderdaad het beoogde pad is, waarom zouden die entiteiten dat doen? Een dergelijke maatregel levert hun toch geen voordeel op want per saldo blijven de loonkosten toch gelijk? Dat geldt toch zowel voor de “lonen” in de uitkeringen en pensioenen sfeer als voor de werkgevers?
Aan de consumenten kant is de situatie vergelijkbaar: waarom zou een consument dat extra netto inkomen gebruiken om diezelfde, maar dan nu veel duurdere producten en diensten te blijven kopen? Vrij vertaald: wat er aan de ene kant bij komt gaat er aan de andere kant dan toch net zo hard weer uit => hij kan niet gaan “consumeren”?
Nogmaals, ik vat hem nog steeds niet. Wie wordt er nu beter van? En waar zit hem dat voordeel dan in?
Nog een korte toevoeging op mijn vorige reactie:
“Vrij vertaald: wat er aan de ene kant bij komt gaat er aan de andere kant dan toch net zo hard weer uit”
Deze stelling is gebaseerd op de aanname dat de overheid het niet zal accepteren dat er minder belasting binnenkomt. Dus het gat door de loonbelasting zal ergens ander teruggehaald moeten worden….
De mensen die niet werken, gaan erop achteruit. De mensen die wel werken, gaan er even hard op vooruit. Bruto lonen en loonkosten kunnen hetzelfde blijven.