Vergrijzing in Europa

De collectieve uitgaven aan pensioenen en gezondheidszorg in de Europese Unie (EU) zullen sterk stijgen vanwege vergrijzing van de bevolking.[1] Dit blijkt uit berekeningen die de Europese Commissie (EC) onlangs heeft gepresenteerd.[2] Wat zijn de verschillen met eerdere berekeningen uit 2009?[3]

Vergrijzing
Er komen steeds minder jongeren en meer ouderen. Minder jongeren, want de total fertility rate(het aantal kinderen dat gemiddeld per vrouw wordt geboren) is erg laag; lager zelfs dan het niveau dat nodig is om een krimp van de bevolking te voorkomen. Meer ouderen, want de levensverwachting (het aantal jaren dat mensen gemiddeld leven) blijft maar stijgen. De ontwikkelingen in medische technologie zijn blijkbaar nog lang niet uitgeput. Het gevolg van steeds minder jongeren en meer ouderen is dat de afhankelijkheidsratio, het aantal ouderen (65+) gedeeld door het aantal jongeren (20-64), stijgt. Volgens de EC-berekeningen gaat het om niet minder dan een verdubbeling!

Overheidsfinanciën
Vergrijzing vormt een probleem voor de financiën van de overheid. Ouderen ontvangen pensioen en maken vergeleken met jongeren meer gebruik van gezondheidszorg; de oudsten onder hen gebruiken bovendien veel verzorging en verpleging. Belasting betalen ouderen minder dan jongeren. Het is dus niet zo vreemd dat een verdubbeling van de afhankelijkheidsratio de overheid met een financieel probleem opzadelt. Alleen als jongeren twee keer zo hard zouden gaan werken, zou het probleem vanzelf verdwijnen. Doen ze dat niet (ga daar maar vanuit), dan zijn hervormingen onvermijdelijk.

Demografie
De analyse van de EC concludeert dat de bevolking van de EU tot in 2040 blijft groeien. In dat jaar wordt een piek bereikt van 526 miljoen personen. Daarna krimpt de bevolking lichtjes tot een niveau van 517 miljoen personen in 2060. De afhankelijkheidsratio stijgt naar verwachting met 27%-punt, van 26% nu tot 53% in 2060. Al deze cijfers wijken weinig af van die welke de EC in 2009 publiceerde.

Verschillen met de berekeningen uit 2009
De cijfers van collectieve uitgaven zijn wel sterk anders dan die van drie jaar geleden.
· Allereerst vanwege de economische crisis. Drie jaar geleden werd er nog van uitgegaan dat de leeftijdsgerelateerde collectieve uitgaven in 2010 22,5% van het BBP zouden bedragen. Door de crisis is dit cijfer op 25% uitgekomen.
· Daarnaast vanwege aanpassingen in de sfeer van pensioenen. In de EU maken steeds minder mensen van een prepensioen (pensioen voor 65-) gebruik, wordt de pensioenleeftijd verhoogd en blijft de ontwikkeling van pensioenen gemiddeld achter bij die van lonen. De EC schat in dat de collectieve uitgaven aan pensioenen met 1,5%-punt van het BBP zullen toenemen. Drie jaar geleden werd nog een grotere stijging, met 2,3%-punt, voorzien.
· Het effect van de crisis wordt door de pensioenhervormingen niet geneutraliseerd. In 2060 zullen de leeftijdsgerelateerde collectieve uitgaven naar verwachting op 29% van het BBP uitkomen, tegen een verwachting van 27,5% van het BBP in de 2009-berekeningen.

Conclusie
In de sfeer van de pensioenen hebben landen in de EU hervormingen doorgevoerd die de overheidsfinanciën verbeteren. De economische crisis heeft de positieve effecten daarvan echter meer dan ongedaan gemaakt. Verdere hervormingen zijn dan ook nodig om het spook van de vergrijzing definitief te kunnen verjagen.


[1] Met dank aan Lizzy de Wilde voor commentaar op een eerdere versie van deze blog.
[2] EC (2012), The 2012 Ageing Report: Economic and budgetary projections for the 27 EU Member States (2010-2060), European Economy 2|2012.
[3] EC (2009), Sustainability Report 2009, European Economy 9|2009.
EC (2008), The 2009 Ageing Report: Underlying Assumptions and Projection Methodologies, European Economy 7|2008.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *