Vraag iemand wat de nummer-1 vraag van de macro-economie is.* De kans is groot dat het antwoord over economische groei gaat: wat is bepalend voor economische groei, kan overheidsbeleid de groei bijsturen, kunnen we op groei blijven rekenen voor, zeg, de komende honderd jaar? Toch is de economische wetenschap tot nu toe niet in staat gebleken met heldere antwoorden te komen. Integendeel, het wemelt van de antwoorden, die soms lastig met elkaar te verzoenen zijn. Economisch onderzoek komt daarnaast met steeds nieuwe antwoorden, zonder dat de oude antwoorden verdwijnen. Als gevolg lijkt ons beeld van de determinanten van economische groei almaar vager te worden.
Drie visies
Laat me proberen wat structuur aan te brengen door drie visies te onderscheiden: de aanbodgerichte visie, de vraaggerichte visie en, bij gebrek aan een betere naam, de niet-economische visie. De aanbodgerichte visie benadrukt de rol van aanbodfactoren als de hoeveelheid arbeid en kapitaal en de uitvinding en adoptie van nieuwe technologieën. Het economische succes van landen in Zuid-Oost-Azië, de industriële revolutie en de ICT-revolutie zijn maar enkele voorbeelden die deze visie ondersteunen. Volgens de vraaggerichte visie is niet de aanbodzijde, maar de vraagzijde van de economie de motor van economische groei. Deze visie benadrukt de betekenis van bestedingscategorieën als consumptie, investeringen en export. Het is deze visie die ten grondslag ligt aan veel krant- en tijdschriftartikelen. De derde visie, de niet-economische visie, benadrukt de rol van niet-economische factoren. Denk aan cultuur en religie, geografie (de locatie van landen) en instituties. Bij het laatste hoort zeker de recente theorie van Daron Acemoglu en James Robinson die stelt dat open, democratische instituties meer economische groei opleveren dan meer gesloten instituties.
Een algemene theorie van economische groei
Over het relatieve belang van de drie visies vertelt de economie ons geen helder verhaal. Dat is teleurstellend, maar wellicht het best dat een wetenschap die wordt gehinderd door een gebrek aan data en natuurlijke experimenten kan bereiken. Maar er is meer. Geen van de drie visies is uitgesproken over de rol van de financiële sector (!). Dit illustreert misschien nog het best dat een algemene theorie van economische groei nog lang niet in zicht is.
Vooruitgang
Toch ben ik optimistisch over de vooruitgang die we de komende jaren kunnen verwachten. De crisis is een experiment welke onderzoekers kunnen gebruiken om nieuwe theorieën te ontwikkelen en om onderscheid aan te brengen tussen goede en slechte theorieën. Bovendien groeit het aantal economiestudenten; de crisis heeft het vak macro-economie weer populair gemaakt. Ik ben heel benieuwd wat die combinatie gaat opleveren!
* Deze blog is gebaseerd op What determines economic growth?, gepubliceerd in Rostra Economica op 4 mei dit jaar.