Eind vorige week maakte het CBS bekend dat de Nederlandse economische groei versnelt. Dat is wel erg positief geformuleerd. Het klinkt alsof de economie net als Jorrit Bergsma al een hoog tempo heeft, maar voor de zekerheid nog maar een tandje erbij doet.
Ondanks deze groei is het BBP nog steeds ver beneden het niveau van voor de crisis. Vergeleken met 2007 is het BBP nu ruim 3 procent lager. In vorige jaren was het gat nog groter. Dat zou kunnen suggereren dat de economie nog 3 procent moet groeien en dat dan de crisis als beëindigd kan worden verklaard. Maar is dit ook zo? Ik legde deze kwestie voor aan vier economen. Hun antwoorden volgen hieronder.
Prof. dr S. Lim:
“Nee, dat is een te simpele voorstelling van zaken. Het BBP-gat is veel groter dan 3 procent. Kijk, zonder crisis zou de economie gewoon zijn doorgegroeid. Stel dat dit was gebeurd in het tempo dat gemiddeld gold in de jaren 1990-2007, dan zou het BBP nu 19 procent hoger zijn geweest dan eind 2007. Zo kom je op een gat van 22 procent. Met een andere veronderstelling resulteert er een ander cijfer, maar 3 procent is evident een onderschatting.”
Prof. dr W. Eetniet:
“Ik weet het niet precies, maar het gat is wel kleiner dan 3 procent. Het punt is dat deze crisis niet op zichzelf staat. Jarenlang is de leverage te hoog geweest. Jarenlang heeft de financiële sector enorme risico’s genomen om een hoog rendement te kunnen halen. Dat heeft ons extra groei opgeleverd. Nu is de groei ingezakt, maar dat moet je dus wegstrepen tegen de groeibonus in de periode voor de crisis. Doe je dat netjes, dan wordt het BBP-gat kleiner. Maar hoeveel kleiner, weet ik niet. Daar zou je eens een slimme student op moeten zetten.”
Prof. dr O. Kun:
“Wat we niet moeten vergeten, zijn de mensen achter de cijfers. De crisis is vooral voelbaar voor die mensen die werkloos zijn geraakt. Daarom zouden we de ontwikkeling van de werkloosheid centraal moeten stellen. Welnu, de werkloosheid is in zes jaar tijd toegenomen van 3,6 procent van de beroepsbevolking in 2007 tot 6,8 procent in 2013. Volgens de wet van Okun gaat een procent productiegroei gepaard gaat met 0,4 procentpunt minder werkloosheid. Dus kun je berekenen dat we nog steeds een BBP-gat hebben van 8 procent. Maar eigenlijk vind ik dit cijfer niet zo interessant. Liever denk ik na over een manier om de werkloosheid meer centraal te stellen bij het beleid in de EU. Minder aandacht voor het EMU-tekort en meer voor de werkloosheid.”
Prof. dr C. Reatief:
“Het niveau van het BBP is niet interessant. Het niveau van werkloosheid ook niet en voor elke andere variabele geldt hetzelfde. Het enige wat telt is de richting waarin de economie beweegt. Vergeet niet, mensen leven van dag tot dag. Zodra de economie begint aan te trekken, is het gevoel van crisis voorbij. Dat uit zich in cijfers van consumentenvertrouwen, consumptieve bestedingen en productie en bevestigt daarmee het eerdere gevoel. Dat heet self-fulfilling prophecy, dat hoef ik jou toch niet uit te leggen? Het BBP stijgt al sinds het tweede kwartaal van vorig jaar. Die crisis, die is allang voorbij.”
Het is duidelijk dat de ondervraagde economen het niet met elkaar eens zijn. Dat is iets wat we vaker constateren. Meer hierover in “Economen kunnen niet rekenen”, te verschijnen bij Amsterdam University Press, juni 2014.