Het begrip wordt al jaren gebruikt: grijze druk. Om de verhouding aan te geven tussen het aantal personen van 65 jaar en ouder en het aantal personen in de leeftijd van 20 tot en met 64 jaar (of soms 15 tot en met 64 jaar, afhankelijk van het rapporterende instituut). Ikzelf ben al lang geleden van dit begrip afgestapt. Het leek mij denigrerend voor ouderen. Liever spreek ik over dependency ratio, in het Nederlands afhankelijkheidsratio. Totdat iemand in de collegezaal bijna verschoot bij het aanhoren van deze term. Waarom kwalificeert u ouderen als afhankelijk?
Afhankelijk
Mijn eerste reactie was er een van verbazing, in tweede instantie gaf ik de man gelijk. Vroeger was menigeen afhankelijk van anderen wanneer hij of zij de 65-jarige leeftijd bereikte. Tegenwoordig is 65 de leeftijd waarop eindelijk die lange reis kan worden begonnen waar het hele leven voor is gespaard en naar verlangd. Afhankelijk is men dan nog lang niet. Als dat wel zo was, dan zou de regering de pensioenleeftijd natuurlijk ook niet hebben verhoogd.
Oud
Internationaal wordt ook wel gesproken over old age dependency ratio. Ik vraag me af hoe mijn oudere student op deze term zou hebben gereageerd: niet alleen afhankelijk, maar ook nog eens oud!
Bezem
Intussen brokkelt het aanzien van wetenschappelijke en kennisinstituten geleidelijk af. Feiten worden steeds meer als meningen geïnterpreteerd en onderbouwde waarschijnlijkheden steeds meer als speculaties. Het lijkt mij daarom de hoogste tijd om de bezem door begrippen te gaan halen, te beginnen met de old-age dependency ratio. Spreek dan liever over demografische ratio, druk of balans of iets anders meer neutraals. (Of over de twee lachende ouderen. Waarom? Kijk maar eens naar de tweede bevolkingspiramide hierboven, van 2060)
Volgende stap
Of maak direct de volgende stap. Vanwege de verhoging van de pensioenleeftijd heeft de leeftijd van 65 ook haar betekenis verloren: 67 (of 68 of 70) is het nieuwe 65. Spreek dan over het aantal AOW-gerechtigden ten opzichte van het aantal werkenden. Of over uitgaven aan de AOW ten opzichte van het BBP.
Voor wie geen blog wil missen, klik hier
In de jaren ’70 – ’80 bleek onze generatie in staat de pensioenen voor de ouderen te betalen, waarvoor zij zelf geen bijdragen hadden kunnen doen. De groep die toentertijd betaalde blijkt, volgens uw statistiek, vrij groot. Groter dan de groep ouderen voor ons. Als wij de huidige groep ouderen op 100 zetten en de groep van de vorige generatie op 50 dan zou er dus ruim voldoende aan inleg en rente over moeten zijn. Daarbij heeft onze groep veel ingelegd gezien de hogere inkomens. Mij lijkt dat elders nog een oorzaak voor eventuele tekorten te vinden moet zijn
Ik heb in mijn blog niet over een financieel tekort gesproken. Bij uw betoog wil ik wel opmerken dat vergrijzing een ontwikkeling is die we niet ruim van tevoren zagen aankomen; bij de inrichting van de sociale zekerheid is hiermee toentertijd geen rekening gehouden. Dus is het niet vreemd dat op een later moment het stelsel in problemen komt. En als laatste: de statistiek is niet van mij, maar van CBS, zie de bronvermelding.