Sparen is geen deugd?

In het recentelijk uitgekomen boek ‘Sparen is geen deugd’ neemt Robin Fransman stelling tegen het vele sparen van Nederlanders. Onder meer met het oog op de stijgende levensverwachting zetten we in Nederland een groot deel van ons inkomen opzij voor later. Dit is volgens Fransman ineffectief: het brengt de rente omlaag waardoor sparen zijn effectiviteit verliest. Daarnaast zorgt sparen voor economische schade. Besparingen van de één zijn schulden van de ander en deze schulden drukken de economische groei. Gelukkig zijn er verstandiger oplossingen voor het probleem van een vergrijzende bevolking. Fransman roept de overheid op tot geboortepolitiek (langer zwangerschapsverlof voor beide ouders, gratis kinderopvang, een hogere kinderbijslag).

Creatief
De analyse van Fransman is interessant, prikkelend en creatief. Zijn boodschap dat meer sparen niet alleen maar goed hoeft te zijn, verdient een serieuze discussie. De onderbouwing van zijn stelling is echter simplistisch en de aangedragen oplossing naïef. Terwijl de oplossing voor het vergrijzingsprobleem toch zo eenvoudig is.

Keynes
Fransman wijst terecht op de macro-economische dimensie van sparen. Sparen reduceert de effectieve vraag naar producten en dit kan de economie voor langere tijd lamleggen. Deze boodschap van Keynes van zo’n 80 jaar geleden is momenteel uiterst actueel. Een mondiaal overschot aan besparingen kan daarnaast de rente naar beneden brengen.  waardoor de besparingen hun effectiviteit verliezen. Ook dit punt is waar. Maar besparingen hebben natuurlijk ook goede kanten. Door te sparen kunnen we productie en consumptie uit elkaar trekken en hoeven we niet per se tot onze laatste snik door te werken om te kunnen consumeren. Verder maken besparingen investeringen mogelijk in kapitaal, technologie en innovaties; de basis voor economische groei.

Meer sparen dwingt tot meer schulden
Fransman beschouwt sparen als immoreel; iedereen die spaart dwingt een ander in de schulden. Hier haalt hij echter micro- en macro-economie door elkaar. Als ik geld spaar en mijn bank leent dat aan Fransman, dan heb ik een vordering en hij een schuld. Dat is mooi, want ik mag aannemen dat ik mijn geld alleen wegzet als ik het kan missen en Fransman het alleen leent als hij het nodig heeft. Dus zijn we allebei blij en dat is precies het wezen van de kapitaalmarkt. De schulden die ontstaan wanneer massaal sparen tot vraaguitval leidt en bedrijven daardoor in de schulden geraken, is echter van een andere categorie. Dit zijn schulden die ontstaan omdat de schuldenaren (hier: de bedrijven) onvoldoende beleid voeren om de financiële klappen op te vangen waarmee ze te maken krijgen. Deze schuld is de expliciete dan wel impliciete keuze van die bedrijven en niet te wijten aan de kapitaalmarkt en al helemaal niet aan individuele spaarders.

Meer schulden remmen de economische groei
Fransmans stelling dat hogere schulden slecht zijn voor de economische groei klinkt vreemd. Staat het niet haaks op zijn betoog dat sparen (lees: lagere schulden) slecht is voor de economie? Maar helemaal onzinnig is de stelling niet. Reinhart en Rogoff hebben wereldwijd de aandacht getrokken met onderzoek dat liet zien dat te veel overheidsschuld ten koste gaat van de economische groei (de latere affaire waarbij onder andere fouten in hun berekeningen werden gevonden, doet daar niets aan af). Maar Fransmans bewering dat er een natuurlijk maximum zit aan de hoeveelheid die we kunnen sparen is letterlijk genomen wel degelijk onzinnig.

Meer kinderen gevraagd
Het idee dat er meer kinderen moeten komen om het vergrijzingsprobleem uit de wereld te helpen, is ronduit naïef. Kijken we naar de verwachte toename van het aantal ouderen, dan zal er niet minder dan een ware geboorte-explosie moeten worden georganiseerd om aantallen jongeren en ouderen in balans te houden. Maar ook die kinderen worden ooit oud; je voelt aan je water dat meer kinderen dus de oplossing niet kan zijn. Inderdaad. Volgens het gevierde levenscyclusmodel sparen we een deel van ons arbeidsinkomen om ook tijdens ons pensioen te kunnen consumeren. Als we (leve de medische technologie!) gemiddeld tien jaar langer in leven blijven en op dezelfde leeftijd met pensioen blijven gaan, dan zullen we meer moeten gaan sparen. En meer kinderen dan? Die kampen met precies hetzelfde probleem: die moeten ook meer gaan sparen omdat ook zij tien jaar langer blijven leven. Meer kinderen lost het probleem niet op, het maakt het juist groter.

De vaste pensioenleeftijd
Hetzelfde levenscyclusmodel maakt ook duidelijk hoe we meer sparen kunnen vermijden: door langer door te werken. Als we vanaf 1945 de pensioenleeftijd naar rato van de levensverwachting hadden verhoogd, dan had het woord vergrijzingsprobleem niet bestaan. Het loslaten van de pensioenleeftijd in Nederland laat het zien. Al tien jaar lang is er een tendens tot langer doorwerken. En het vergrijzingsprobleem is, getuige de CPB-studies op dit terrein, dusdanig geslonken dat de roep om meer overheidsbesparingen is verstomd. Krijgt Fransman toch een beetje gelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *