Viva El Niño

Het grote probleem van klimaatbeleid is dat dit het karakter heeft van een publiek goed: de baten van een dergelijk beleid – vaak grensoverschrijdend – komen voor een deel bij andere landen terecht. Dat tempert de animo om een dergelijk beleid in gang te zetten; goedkoper is het om te profiteren van de inspanningen van andere landen. Bijkomend is dat de baten van klimaatbeleid, als ze al zichtbaar zijn, jaren op zich kunnen laten wachten. Het moge dan ook een klein wonder heten dat het bijna 200 landen eind vorig jaar in Parijs is gelukt om tot een klimaatakkoord te komen.

Economische groei
Een ander probleem is dat klimaatbeleid niet kosteloos is. Het beleid moet in nationale wetgeving worden omgezet. Klimaatbeleid kent daarnaast – zoals elk beleid – winnaars en verliezers. Bovendien kan klimaatbeleid een rem zetten op economische groei. Daartegenover staat dat investeringen in het klimaat zowel het milieu als de economie ten goede kunnen komen. De discussie over welk van de twee effecten domineert, is nog altijd niet beslecht.

De uitstoot van CO2
Kijk bijvoorbeeld eens naar de reductie van de uitstoot van CO2, het misschien wel belangrijkste element van klimaatbeleid. Dit kan worden bereikt door in te zetten op een belasting op CO2 of, daar waar sprake is van een markt in verhandelbare emissierechten zoals in Europa, op een beperking van de hoeveelheid rechten. Het economische effect ervan is een verhoging van de prijs van fossiele brandstoffen en, daarop volgend, een aanpassing van consumptie en investeringen. Dit werkt groeivertragend wanneer productie gedreven wordt door de binnenlandse vraag. Maar de prijsverhoging kan ook de economische groei versterken wanneer ze ondernemers ertoe aanzet om te gaan investeren in kostenbesparende technologieën – vanwege de investeringen zelf en vanwege de daling van productiekosten.

Politiek-economische effecten
Een mogelijk nog groter probleem van klimaatbeleid betreft de politiek-economische effecten. Prijsverhogingen zijn niet populair, niet bij burgers en niet bij ondernemers. Politici die uit zijn op herverkiezing kunnen daar niet aan voorbijgaan. Dat kan ertoe leiden dat het klimaatbeleid bij de uitvoering wordt vertraagd. Nu constateerde het IMF onlangs dat peer pressure de kans op vertraging beperkt. Het gegeven dat een grote groep landen op de COP21 conferentie in Parijs tot afspraken zijn gekomen, kan helpen vertragingen bij de uitvoering van beleid te beperken. Ik geloof zeker in zo’n peer pressure effect. Maar ik denk dat het proces net zo goed de andere kant op zou kunnen gaan. Wanneer de uitvoering van klimaatbeleid stagneert in enkele – bij voorkeur grotere – landen, dan zou dit ook kunnen overslaan naar andere landen.

Begrotingstekorten
Denk nog maar eens terug aan de begrotingstekorten aan het begin van dit millennium in Duitsland en Frankrijk. De twee landen lapten de regels van het Stabiliteits- en Groei Pact aan hun laars en andere lidstaten wisten dit niet te verhinderen. Dit zou kunnen verklaren dat de budgettaire discipline in de Eurozone te wensen overliet. Met als gevolg dat de financieel–economische crisis van 2007/2008 onnodig hard kon toeslaan.

Olie-exporterende landen
Politiek-economische effecten zijn er bovendien ook in olie-exporterende landen. De recente scherpe olieprijsdaling dwingt golfstaten al hun economieën te hervormen. Wanneer daar bovenop wordt besloten milieubeleid te gaan voeren, betekent dat een tweede aanslag op de opbrengsten uit de olie-industrie. Dan dient er dus nog meer te worden hervormd. En dat betekent in praktijk bezuinigingen op overheidsuitgaven en invoering dan wel verhoging van belastingen in landen waarin de bevolking weinig bekend is met belastingheffing. Betekent dit dat we mogen verwachten dat het klimaatbeleid daar averij kan oplopen? Het is moeilijk voor te stellen dat dit niet zo is.

El Niño
Klimaatbeleid kent tal van problemen: het vraagt offers, van burgers, bedrijven, overheden, in ontwikkelde en in opkomende landen; het speelt in een tijd dat tal van factoren de groei van de wereldeconomie bedreigen; sommige baten van klimaatbeleid worden pas na – soms erg – lange tijd zichtbaar, andere baten blijven helemaal onzichtbaar en weer andere baten komen vooral ten goede aan andere landen; het lokt politiek-economische processen uit – in ontwikkelde en opkomende landen – die het beleid op zijn minst kunnen vertragen. Op een El Niño – lees: regenval, overstromingen, bosbranden, droogtes, mislukte oogsten, water- en voedseltekorten – zit echt niemand te wachten. Maar een El Niño kan de wereld bij de les houden; doen beseffen dat het zaak is al die factoren die de voortgang van klimaatbeleid in de weg staan, te trotseren. Daarom: Viva El Niño.

Voor wie geen blog wil missen, like mijn facebook pagina Rekenen Aan Vergrijzing!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *