Jaren geleden kreeg ik regelmatig een collega van mijn vrouw over de vloer. En elke keer vroeg hij me wat de rente zou gaan doen: stijgen of dalen. Mijn gebruikelijke antwoord dat de toekomst niet te voorspellen is, was niet wat hij wilde horen. Wat hij vervolgens voor zichzelf oploste door te concluderen dat mijn uitspraak in elk geval niet in strijd was met zijn eigen oordeel, welk dat dan ook was.
De lage rente
De lage rente is enorm vervelend. We kunnen sparen wat we willen, het levert nauwelijks wat op. Bovendien valt Nederlanders dan nog de twijfelachtige eer te beurt te wonen in het land met de vermogensrendementsheffing, de belasting die uitgaat van het idee dat men een rente van 4 procent kan realiseren. Dat is niet uit te leggen. Iedereen kan zien dat een beetje sparen geld kost in plaats van oplevert. Overduidelijke cijfers van de commissie inkomstenbelasting in 2013 bevestigen het.
Pensioenfondsen
Maar belangrijker is de last die pensioenfondsen van de lage rente ondervinden. Houden zij vast aan het idee van gegarandeerde pensioenen, dan zijn ze genoodzaakt de pensioenpremies te verhogen; we hebben het ondervonden. Nu konden we deze week vernemen dat de fondsen deze ambitie willen laten varen. Eindelijk. Maar een snelle verlaging van pensioenpremies zit er denk ik nog niet in.
De langere termijn
Het is dus meer dan interessant te weten wat de rente in de toekomst gaat doen. Op de korte termijn is een daling te verwachten, zo hoor ik om me heen, maar daar gaat het me niet om. Ik ben vooral geïnteresseerd in de rente op de langere termijn, zeg tussen nu en 20 jaar.
De statistische benadering
Helaas, ik zei het hierboven al, is het onmogelijk de toekomst van de rente te voorspellen. Maar dat staat twee opmerkingen hierover niet in de weg. De eerste is dat, zuiver statistisch gezien, een rentestijging waarschijnlijker is dan een rentedaling. De rente kent immers een ondergrens van nul, terwijl een bovengrens ontbreekt. Echter, en dat is mijn tweede opmerking, een zuiver statistische benadering is ontoereikend. De rente is de resultante van vraag- en aanbodfactoren op de kapitaalmarkt, dus zal men deze vraag- en aanbodfactoren moeten analyseren om tot een uitspraak over de rente te kunnen komen.
De macro-economische benadering
Dit is wat twee economen van de Bank of England hebben gedaan. Zij verwachten op grond van een dergelijke analyse dat de rente op een permanent lager niveau is beland. Zowel het aanbod van kapitaal (de besparingen) als de vraag naar kapitaal (de investeringen) zullen in hun visie niet veel veranderen. De bevolking vergrijst volgens hen zo weinig dat de besparingen nauwelijks zullen dalen en de vooruitzichten op economische groei zijn zo slecht dat de investeringen niet zullen aantrekken.
Vergrijzing en robotisering
Op beide redeneringen valt het nodige af te dingen, maar laat ik me tot wederom twee opmerkingen beperken. De eerste is dat de vergrijzing van de bevolking een feit is en dat besparingen wel degelijk kunnen teruglopen, al is het maar omdat in veel landen de pensioengerechtigde leeftijd geleidelijk wordt verhoogd zodat de noodzaak tot sparen minder wordt. De tweede is dat meer investeringen nodig zullen zijn willen we van robotisering (en andere vormen van digitalisering) kunnen profiteren. Hetzelfde geldt voor beleid op het gebied van klimaatverandering waar wereldwijd steeds meer accent op wordt gelegd. Op grond van vraag en aanbod kan de lage rente ook heel goed een tijdelijk iets zijn. (interessant is overigens ook een verhaal van Rogoff die, zoals mocht worden verwacht, stelt dat de rente en economische groei naar meer normale waarden zullen terugkeren, maar dat bewaar ik voor een andere keer).
De toekomst
De toekomst is onvoorspelbaar – dat is in al die jaren niet veranderd. Maar als de rente op de langere termijn gaat stijgen, ben ik niet verrast.
Voor wie geen blog wil missen, like mijn facebook pagina Rekenen Aan Vergrijzing!